In de tweede fase van Internet of Water Flanders installeerden we 50 nieuwe sensoren op 40 nieuwe locaties. Dat brengt het totaal op 70 sensoren op 50 locaties in het pilootnetwerk. Het projectpartnerschap kiest die locaties telkens in functie van een bepaalde toepassing, of use case. Aquafin, De Watergroep, de Vlaamse Milieumaatschappij en VITO geven een woordje uitleg bij enkele van die toepassingen: Wat kun je doen met verschillende gegevens over waterkwaliteit?
Geleidbaarheid meten van instromend rioolwater in Aartselaar
Een van de toepassingen van de sensoren is de geleidbaarheid meten van afvalwater in het rioleringsstelsel. Voor Aquafin zit de meerwaarde daar concreet in conductiviteitsmetingen van het instromende afvalwater (influent) van een rioolwaterzuivering (RWZI). Er wordt getest of veranderingen in geleidbaarheid evenredig zijn met veranderingen in andere parameters. Zo zouden we beter de vuilvracht van instromend water kunnen inschatten.
Voor deze toepassing van de sensoren werd RWZI Aartselaar uitgekozen. De toestellen kunnen daar gemakkelijk onderhouden worden omdat de onderzoekshal van Aquafin vlakbij is. ‘De sensor van imec is in het waterzuiveringsproces geïnstalleerd na de zandvang’, zegt Youri Amerlinck, projectmanager.
’We kozen die fase in het proces omdat die plek voor installatie en onderhoud gemakkelijker bereikbaar is dan het influentgemaal zelf, en er minder vuil (vooral vetten) is dan op de zandvang zelf. Bovendien wordt de kwaliteit van het water verondersteld gelijk te zijn, zeker wat betreft conductiviteit.’
Naast de imec-sensor is er ook een referentiesensor geplaatst om de metingen te vergelijken.
Er zijn op dezelfde locatie nog twee andere sensoren geplaatst: een ammoniumanalyser en een sensor die de chemische zuurstofvraag (CZV) meet. Hoe hoger die zuurstofvraag, hoe meer vervuiling er in het water zit. Met deze use case kunnen we daadwerkelijk nagaan of geleidbaarheid een goede inschatting kan geven van de vuilvracht die met afvalwater op een RWZI toekomt.
Drinkwater produceren in de Westhoek
In het westen van het land maakt De Watergroep drinkwater met oppervlaktewater als bron. ‘Het is belangrijk dat het innamewater van goede kwaliteit is, maar de minimumwaarden worden niet altijd gehaald’, vertelt Nele Philips, programmabeheerder Onderzoek en Ontwikkeling. ‘Wanneer de waterkwaliteit varieert, weten we dit best zo snel mogelijk zodat we beheer van de inname en de waterproductie hierop kunnen afstemmen.’
‘De sensoren die we geplaatst hebben in de buurt van ons waterproductiecentrum De Blankaart in Diksmuide zorgen ervoor dat we die kwaliteit op elk moment kunnen monitoren en hierop inspelen. Zo moeten we medewerkers minder vaak op pad sturen om stalen te nemen om de kwaliteit te gaan meten. Dit bespaart ons dus heel wat tijd en middelen en bovendien kunnen we sneller reageren.’
Ook aan het sluizencomplex van de Ganzepoot in Nieuwpoort zijn er sensoren geplaatst. Die verzamelen belangrijke data om de haalbaarheid en het ontwerp van een mogelijk toekomstig waterproductiecentrum (in samenwerking met Aquaduin en Farys) te bepalen.
Verzilting meten voor waterbeheer en -gebruik in de polders
De nieuwe sensoren in het IJzerbekken en Brugse Polders meten onder meer geleidbaarheid en temperatuur en zullen in de eerste plaats nog meer realtime informatie aan de waterbeheerders geven. Op basis daarvan kunnen zij de waterverdeling tussen de bevaarbare waterlopen en het poldergebied beter regelen.
‘De Vlaamse Milieumaatschappij vult dit aan met multiparametersondes en sensoren voor de onbevaarbare waterlopen. Zo kunnen we in droge perioden de verzilting in beeld brengen. Die live resultaten zijn belangrijk voor drinkwaterproductie en geven ook aan of het water bruikbaar is voor landbouwers om hun velden te irrigeren of vee te drenken’, licht Lies Verstraete toe (VMM, bekkencoördinator IJzerbekken).
Een aantal van de sensoren werden geplaatst in de Oudlandpolder (regio Brugge) om het lopende landinrichtingsproject op te volgen. Dat project wil klimaatrobuust waterbeheer in de polder bevorderen. De zoutmetingen op het in- en uitstromende water helpen de waterbeheerders beslissen wanneer ze best water lozen of innemen in de polder. Zo vormt de Oudlandpolder een ideale testcase voor de ruimere kuststreek.
Ook in het kanaal Gent-Terneuzen volgen we de verzilting nauwgezet op
Het zoutgehalte is immers niet alleen relevant voor waterkwaliteit, maar heeft ook een impact op de infrastructuur. Lees er alles over in dit artikel.